Effectieve peerfeedback (deel 2): kunnen studenten het?

In mijn vorige blog noemde ik drie belangrijke voorwaarden voor effectieve peerfeedback:

  1. veiligheid en vertrouwen in de groep;
  2. ervaren studenten het belang: willen ze het?;
  3. hebben studenten de vaardigheid in huis: kunnen ze het?

Ik ga nu in op deze laatste voorwaarde. Het geven van feedback is een vaardigheid die je studenten moet aanleren of trainen wil je effectieve feedback krijgen.

In veel opleiding krijgen studenten in het eerste jaar een training of workshop feedbackgeven, mede omdat dit een belangrijke beroepsvaardigheid is. Centraal staat hoe je feedback geeft met behoud van de relatie. In de meeste opleidingen wordt een feedbackmodel ingetraind zoals het sandwichmodel of het GGG-model van feedbackgeven.  Als je studenten vraagt om feedback te geven op schriftelijke en mondelinge prestaties dan zijn deze modellen echter niet optimaal. Het ABC-model is dan veel vollediger om effectieve feedback te genereren omdat de feedback dan wordt gegeven aan de hand van criteria uit een rubric of een beoordelingsformulier voor de prestatie. Waar stond ABC ook alweer voor?

A staat voor Accuraat

Laat studenten de feedback altijd koppelen aan één of meerdere succescriteria (feedup) en laat de studenten ook altijd het effect benoemen van wat ze gezien, gehoord of gelezen hebben.

B staat voor Balans

Laat studenten in de feedback zowel positieve als negatieve punten benoemen en laat ze zich beperken tot één of twee plus- en één of twee ontwikkelpunten (feedback).

C staat voor Concreet

Laat studenten in hun feedback altijd specifiek waarneembaar gedrag benoemen en ook in de tip (feedforward).

Je kunt dit ABC oefenen op allerlei prestaties van studenten. Doe dit zelf eerst een keer voor, doe het dan samen met de studenten en laat het dan studenten pas zelf doen (IK-WIJ-ZIJprincipe). Wanner je studenten vraagt feedback te geven, check dan ook altijd even van tevoren wat ook alweer de feedbackregels waren (het ABC). Geef studenten dan vervolgens feedback op hun feedback zodat zij leren wat goed en minder goed gaat. Zo borg je echt het geleerde!

Het ABC-model is een vorm- of procesmodel. Het gaat voornamelijk over het HOE van feedbackgeven. Naast de hoe is er ook nog de WAT: waar geven studenten feedback op? Het gaat over werk of prestaties van studenten oftewel beroepsproducten en/of beroepshandelingen zoals een salesgesprek, een eventconcept, een bouwtekening, een lesplan of een adviespresentatie.

Wij geven studenten vaak complexe opdrachten en het is de vraag of studenten wel een goed beeld hebben bij wat we van ze vragen. Laat staan als we ze vervolgens ook nog eens vragen op om die opdrachten feedback te geven. Dit betekent dat wij moeten werken met voorbeelden op basis waarvan studenten zich een beeld kunnen vormen. Goede en slechte voorbeelden zodat studenten inzicht krijgen in de kwaliteit die wij verwachten. Naast de voorbeelden moeten we hen dan ook inzicht geven in onze oordelen en dus in de criteria die we gebruiken. Er zijn verschillende manieren of werkvormen hoe je dit kan doen. Daarvoor verwijs ik naar mijn volgende blog.

begeleiding

Gerelateerde artikelen

  1. Hoe draag je effectief bij aan de autonomie van studenten?

    Hoe draag je effectief bij aan de autonomie van studenten?

    In mijn vorige blog benoemde ik vier valkuilen waar je in kunt trappen als je de autonomie van studenten wilt stimuleren. Een docent reageerde op dit blog met de vraag: maar hoe kan ik dan wel op een effectieve manier autonomie bevorderen?

    5 april 2023

  2. De valkuilen en misverstanden rondom autonomie

    De valkuilen en misverstanden rondom autonomie

    Studenten van de Juridische Hogeschool van Fontys hebben een petitie opgezet tegen de nieuwe onderwijsmethode van hun opleiding. Dit artikel was zaterdag 1 april in de Volkrant te lezen.

    5 april 2023

  3. Onderwijs is BBB

    Onderwijs is BBB

    Na de zomer staat er weer een nieuwe lichting eerstejaars studenten in de startblokken. Al jaren hoor ik docenten klagen over het dalende niveau van de instroom. Zo zouden de basisvaardigheden van de startende studenten niet op orde zijn. De taal- en leesvaardigheid zou te wensen overlaten, om nog maar te zwijgen over hun studiehouding.  Veel studenten zouden een korte spanningsboog hebben, een consumerende houding of zelfs ongemotiveerd zijn.  Maar is dit nu werkelijk zo? En is er echt sprake van een dalend niveau?

    5 juli 2023